Roeselare tijdens W.O.I

Dank aan Rosa Vandenbulcke die ons vertelde over Roeselare tijdens de eerste wereldoorlog.

De Duitsers vroegen aan onze toenmalige koning Albert I of ze door België mochten om ten strijde te trekken tegen Frankrijk, het land waarmee ze in oorlog waren. Dit mocht niet en toch deden ze het. Mensen vluchtten weg uit België. 

Nu heet onze burgemeester Kris Declercq, tijdens de wereldoorlog was dat Jan Mahieu. Hij werd opzijgezet want het stadhuis werd ingenomen door de Duitsers. De burgemeester en de schepen werden door de Duitsers gegijzeld.

19 oktober 1914 was het een zwarte dag voor Roeselare: Schuwe maandag. Sluipschutters beschoten de Duitsers die door Roeselare en omstreken trokken. De Duitsers dachten dat burgers hen hadden aangevallen. Er werden ongeveer  35 burgers door de Duitsers als vergelding gedood en wel bijna 300 huizen in brand gestoken. Nog meer burgers gingen op de vlucht.

Onze school werd door de Duitsers ingericht als ziekenhuis. De kinderen konden niet meer naar school, ze kregen onderwijs in huizen of kerken. Er werden 3 ziekenhuizen in Roeselare opgericht.

Door de Ieperstraat trokken de Duitse soldaten naar de frontlinie, onderweg speelde de fanfare en zongen ze liederen. Regelmatig hielden ze halt om te bidden en God om hulp te vragen.

Vele mensen uit Roeselare gingen op de vlucht want hun huizen werden verwoest door bommen en ze moesten heel veel materiaal inleveren: fietsen, paarden, karren, potten en pannen, ...  Alfons Denys hield een dagboek bij tijdens de oorlog en schreef over de gewonden die hij zag, over de Duitsers op weg naar het front, over de vluchtende mensen, over de vrachtwagens met grote flessen op.... achteraf wist men dat die flessen gas bevatte, die gasaanval aan het front zorgde voor veel slachtoffers.

Ferdinand Le Hetet mort un heros pour la France  le 19 octobre 1914

Vroeger lagen er verschillende Duitse soldaten begraven op ons kerkhof, nu alleen nog Franse, Britse en Belgische (en ook burgers en soldaten uit kolonies)